Maar al te vaak gebeurt het, dat mensen paniek zaaien en op die manier signalen versturen die heel snel verkeerd kunnen opgevat worden. Als we sommige mensen mogen geloven, zouden we geen groenten en fruit meer mogen eten, omdat ze “vol” pesticiden hangen. Feit is dat het ongezonder is géén groenten en fruit te eten, dan zaken te eten waar resten van pesticiden op teruggevonden worden.
Voorzichtig aanmanen tot waakzaamheid is één ding, paniek zaaien is een ander. Als we even terugdenken aan de “terreurdreiging” een tijd terug, dan zien we in dat er eigenlijk een verkeerd signaal verstuurd werd. Er werd niet voorzichtig aangemaand, er werd paniek gezaaid. We weten onderhand allemaal wel dat spreken over een “terreurdreiging” zeer dramatisch klinkt, maar eigenlijk was het allemaal een lachertje.
Dit gebeurt blijkbaar ook met antibiotica. Niet dat de waarschuwingen onterecht zijn of dat de gevolgen een lachertje zijn, maar de reactie van sommige mensen hierop kan verkeerd uitdraaien. Door een overdreven antipolitiek te voeren, kan men de indruk wekken dat antibiotica niet meer mogen gebruikt worden. Ook niet bij ernstige aandoeningen.
Druk op de ketel
De antipolitiek is zo erg geworden, dat zelfs dokters geviseerd worden. Het komt geregeld voor dat een arts moet kiezen tussen bepaalde dingen. De symptomen van griep kunnen bijvoorbeeld gelijkaardig lijken aan deze van een longontsteking. Daardoor moet een arts een keuze maken: een risico nemen en een behandeling tegen griep starten, of het zekere voor het onzekere nemen en longontsteking in de kiem smoren met een antibioticumbehandeling. Hoewel dokters jaren op de schoolbanken hebben gezeten, onderschatten sommige mensen dat dokters oordeelkundig een heel stuk sterker in hun schoenen staan dan zij zelf.
Nog even ter verduidelijking:
Maar waarom schrijven artsen dan toch antibiotica voor bij virale infecties als griep? Professor Herman Goossens, hoofd van het labo microbiologie van het UZ van Antwerpen:
Dat heeft onder meer te maken met het feit dat een griep kan lijken op een longontsteking, wat een levensbedreigende bacteriële aandoening is waartegen antibiotica noodzakelijk zijn. Een arts ziet zijn patiënt meestal maar één keer op consultatie en dat maakt de druk om hem te genezen groot. Stel dat de dokter ervan uitgaat dat het ‘maar’ griep is en het blijkt uiteindelijk om een longontsteking te gaan? Dan kan de patiënt sterven, en kan de arts zijn praktijk sluiten.
De arts wordt dus met de vinger gewezen, maar alle schuld voor het overdreven antibioticagebruik in de schoenen van de dokters schuiven, is te makkelijk. ‘Smalspectrum antibiotica worden door de farmaceutische bedrijven in ons land bijna niet meer gemaakt, omdat de productie ervan te veel kost. Breedspectrum antibiotica kunnen voor meerdere aandoeningen gebruikt worden en zijn daardoor financieel interessanter’, zegt prof. Goossens. ‘Ze zijn bovendien gebruiksvriendelijker, omdat je er minder pilletjes van moet innemen.’
Ook patiënten zelf blijken hun steentje tot de overconsumptie van antibiotica bij te dragen, want dat artsen bij banale infecties toch naar zware geneesmiddelen grijpen, heeft ook te maken met de druk die patiënten uitoefenen. ‘Patiënten beschouwen een antibioticum als een mirakelgeneesmiddel dat alles geneest. Wanneer de dokter het niet spontaan voorschrijft, vragen ze er vaak zelf om. Voor de arts – die betaald wordt per prestatie – leidt dat tot een dilemma, want als hij niks voorschrijft, kan de patiënt naar een andere dokter overstappen, wat gelijk staat met een verlies van broodwinning
Het is nogal een groot extract uit dit artikel, maar het is wel een heel belangrijk punt dat aangehaald wordt.
In dit artikel wil ik dus de nadruk leggen op de positieve punten van antibiotica, omdat het eerste dat men tegenwoordig correleert aan antibiotica namelijk “resistente bacteriën” is, in plaats van “miljoenen levens gered”.
Miljoenen levens gered
Zoals gezegd, is door een overdreven antipolitiek een vertekend beeld gaan ontstaan over antibiotica. Men beseft niet meer dat antibiotica nodig is bij het bestrijden van ernstige en gevaarlijke ziektes. Men ligt veel te vaak wakker over zaken als “resistente bacteriën” omdat men dat beeld er langs alle kanten ingestampt krijgt.
Toen het geneesmiddel aan het eind van de Tweede Wereldoorlog op de markt kwam, konden ziektes als tuberculose en longontsteking (zie pneumonie), die voordien fataal waren, genezen worden. Antibiotica hebben zo miljoenen levens gered.
Stel je eens voor dat we antibiotica zouden vergeten, dan zouden honderden ziektes die vandaag makkelijk behandelbaar zijn, niet meer bestreden kunnen worden en zou de wereld er een heel stukje droeviger uitzien. Uiteindelijk kan toch niemand de stelling verdedigen dat mensen (of zieke dieren) moeten lijden en sterven als er een goede behandeling beschikbaar is?
Culturele kwestie
Volgens sommige bronnen, is er bij dit onderwerp ook sprake van een culturele kwestie. De opvattingen rond het antibioticagebruik zijn nogal uiteenlopend. Als we even België bekijken ten opzichte van Nederland, dan zien we dat in België veel meer verbruik is. Dit komt omdat wij anders omgaan met onzekerheid dan Nederlanders. Wij willen liever direct een oplossing voor het probleem, terwijl een Nederlander iets langer de kat uit de boom gaat kijken.
Daarnaast speelt ook de hiërarchische structuur een rol. Belgen zijn zeer hiërarchisch aangelegd en hebben daardoor een groot vertrouwen in een arts. Hij weet namelijk meer over het onderwerp dan de patiënt, dus laat hij het specialisme graag over aan een professional. Nederlanders zijn in dat opzicht veel minder strikt. Ze overleggen graag met hun arts over de behandeling en dit resulteert vaker in een goedkopere oplossing, als ze überhaupt al naar de dokter gaan.
Probiotica onzin
Dat er voor ieder probleem een oplossing is, weten we onderhand wel. Hoewel er voor antibiotica niet direct een oplossing voorhanden is, blijken sommige commerciële partijen toch munt te slaan uit het principe. Ze nemen voor hun product de naam antibiotica, schrappen anti en maken er pro van. Het klinkt in ieder geval veelbelovend.
Feitelijk heeft het weinig te maken met de antibioticaproblematiek, maar er zijn mensen die er in trappen. Mensen horen de naam probiotica. Onbewust wordt dat gelinkt met antibiotica. Men weet dat antibiotica “tegen leven” is, dus het schakelt bacteriën uit. Op TV vertelt men dan dat men eigenlijk geen slechte bacteriën moet aanpakken, maar goeie bacteriën moet toevoegen. Men smijt dan met dure namen zoals L. (lactobacillus) Caseï Immunitas en dan maar hopen dat niemand het heeft over consumentenbedrog.
Pseudowetenschappelijke berichtgeving is namelijk heel vaak misleidend, maar consumenten vinden gezondheid tegenwoordig een dusdanig hot topic, dat hier blindelings op vertrouwd wordt. Dit kan ernstige gevolgen hebben. Jammer genoeg kunnen de acht doden van de negen die een probiotica-cocktail kregen met zes componenten het niet meer navertellen. Deze risico’s zouden enkel van toepassing zijn voor mensen met een ontoereikende weerstand. Maar raad eens tot welke doelgroep de reclames zich richten?
Ten slotte moet nog verteld worden dat de heilzame werkzaamheid van deze bacteriën nog altijd niet bewezen is. We kunnen dus met een gerust hart de hilarische reclamespotjes op TV negeren, waar mensen blijkbaar met plezier op een WC-pot zitten reclame te maken voor deze producten.
Meer goeds
Om even terug te keren naar de voordelen van antibiotica, hier even een feitje dat weinig mensen kennen. Antibiotica worden gebruikt als bewaarmiddelen in de voedingsindustrie. Hoewel velen onder ons er zich van bewust zijn dat bewaarmiddelen gebruikt worden, weet men vaak niet dat het soms om een antibioticum gaat. Antibiotica worden vooral in de zuivelindustrie gebruikt. Ze zijn dan ook in enkele schimmelkazen van nature aanwezig. Heel af en toe vind je ze ook in vleeswaren.
- E234 – nisine: wordt gebruikt in voedingsmiddelen in blik. Eveneens toegepast in de kaasproductie om de houdbaarheid te verhogen.
- E235 – natamycine: Gebruik strict beperkt tot de buitenkant van vleeswaren, meer bepaald worstenvellen en kaaskorst. Het middel wordt ook toegepast in geneesmiddelen om schimmelinfecties te bestrijden.
- E710 – spiramycine: Het wordt o. a. gebruikt op kaaskorsten. Risico op kruisresistentie!
- E713 – tylosine: Het werd vooral gebruikt als schimmelwerend middel in de zuivelindustrie.
- Aureomycine (beter bekend als chloortetracycline): Gebruikt om vis en gevogelte langer houdbaar te maken.
Voor meer informatie, zie objectief.be.
Conclusie
Bij dit probleem zijn er uiteraard weer een aantal partijen.
- Artsen
- Patiënten
- Commerciële belangen
Om een rationele afsluiter te maken voor dit artikel, kom ik tot de volgende conclusie.
- Laat je niet nodeloos ongerust maken door media en onrustwekkende paniekberichten. Zij kunnen ervoor zorgen dat je ernstige ziektes gaat minimaliseren, terwijl behandeling noodzakelijk zou kunnen zijn. Geneesmiddelen zijn er om gebruikt te worden!
- Laat je niet meeslepen door commerciële partijen om producten te kopen die heilzaam zouden werken adhv. bacteriën. Op dat vlak hebben probiotica ook iets gemeen met antibiotica mijns inziens: werkt niet preventief.
- Respecteer de keuze van je arts als hij beslist om een antibioticabehandeling te starten. Hij is de professional, jij bent de zieke. Wie zou jij geloven als je een buitenstaander was?
- Respecteer de aanbevelingen op de bijsluiter met betrekking tot de innameduur van het product.
Antibiotica zijn een godsgeschenk als ze nodig zijn. Denk dus niet dat het slecht is als je een keer een antibioticum moet nemen en denk aan het positieve. Vertrouw eerst op het inzicht en de kennis van je arts, vertrouw daarna op je eigen discipline om het medicijn correct te verbruiken. En zaken als Yakult, actimel, activia en dergelijke? Daarvoor zal ik op jullie gezond verstand vertrouwen.
Qoute : Als we sommige mensen mogen geloven, zouden we geen groenten en fruit meer mogen eten, omdat ze “vol” pesticiden hangen. Feit is dat het ongezonder is géén groenten en fruit te eten, dan zaken te eten waar resten van pesticiden op teruggevonden worden.
Ligt het aan mij, of vergeet je hierbij net de volledige biologische sector die gewoon geen pesticiden gebruikt?
want je stelt nogal dat het of vele pesticiden is, of geen groenten fruit eten.
Dat was niet het punt dat ik wilde maken, maar als je daar graag op ingaat: de biologische sector is niet de enige sector, laat staan de grootste sector, die voedsel produceert. Daarom is het punt eenvoudig gemaakt omdat er nu eenmaal meer wel-bespoten voedsel is dan onbespoten voedsel. A propos; in de biologische sector wordt het voedsel wel degelijk bespoten. Details in het artikel Bio, een commercieel gegeven.